Tenten
Algemeen
- Hou bij de inplanting van tenten rekening mee dat de deze zich op minimaal vier meter van aanpalende gebouwen moet bevinden.
- Zorg ervoor dat de tent gekeurd is. Windstabiliteits- en brandvertragingsattesten kunnen opgevraagd worden bij de leverancier. Deze attesten zullen ook opgevraagd worden tijdens het veiligheidsoverleg en of rondgang.
- De maximale reglementaire bezetting van een tent is één persoon per 0,6 m² netto oppervlakte of 1/m² bruto oppervlakte, bijvoorbeeld 50m² = 83 personen, 100m² = 166 personen. Meer personen zijn niet toegelaten.
- De verlichting binnen de tent mag enkel elektrisch zijn. Stroomgeneratoren en brandstofreservoirs moeten buiten opgesteld worden op minimum vier meter afstand. De volledige elektrische installatie moet gekeurd worden door een erkend keuringsorganisme. Het keuringsverslag met geen inbreuken vermelden.
- Zorg er steeds voor dat de vloerbekleding goed aansluit.
- Het is belangrijk dat er in de tent voldoende blusmiddelen voor handen zijn. Voorzie minimum 1 bluseenheid/150m². Deze blusmiddelen moeten makkelijk bereikbaar zijn. De voorziene blusmiddelen moeten opgehangen worden aan toegangen of uitgangen. Deze moeten ook steeds gesignaleerd worden.
- Bij de elektrische installatie zoals muziek en lichtinstallaties is minstens een draagbaar blustoestel van 5kg Co2 of 6 kg ABC poederblusser aanwezig. Dit toestel bevind zich naast de installatie. Het wordt als supplementair blustoestel aangebracht naast de normaal voorziene blusmiddelen
- Bak- en braadinrichtingen (frituur, hamburger, oliebollen, …) met open vlam en barbecues zijn niet toegelaten in dezelfde tent waar bezoekers aanwezig zijn. Bak- en braadinrichtingen met open vlam en barbecues met vaste brandstof mogen enkel gebruikt worden buiten of in een afzonderlijk daartoe ingerichte kooktent of inrichting.
- Zorg ervoor dat er voldoende uitgangen aanwezig zijn. Dit aantal moet in verhouding staan tot de oppervlakte van de tent.
- In de tent is veiligheidsverlichting aangebracht. Deze treedt automatisch in werking bij het uitvallen van de normaalstroom. De lichtsterkte van veiligheidsverlichting gemeten ter hoogte van de vloer bedraagt minimaal 1 lux. Dit wil zeggen dat er nog voldoende licht moet zijn om de uitgang veilig te bereiken. De uitgangen moeten aangeduid worden met pictogrammen. De pictogrammen worden ook bij stroomuitval verlicht met de veiligheidsverlichting.
- Zorg ervoor dat het publiek zich niet kan bezeren aan de uitstekende tent piketten. Dit kan voorkomen worden door een schuimbuis rond de uitstekende piketten te plaatsen.
Podia
De stellingbouwer voorziet de stelling van de noodzakelijke signalisatie dat de constructie mag betreden worden.
Plaatsingsvoorwaarden
- Een overdekt podium moet op minstens 6 meter van lage gebouwen en installaties geplaatst worden en op 8 meter van middelhoge gebouwen, tenzij de overstaande gevel voldoet aan een brandweerstand van 1 uur (laag gebouw: hoogst beloopbare vloerniveau < 10; middelhoog gebouw: hoogst beloopbaar vloerniveau > 10).
- Indien voldaan kan worden aan de afstandsregel moeten de openingen (ramen en deuren) dichtgemaakt worden met een bouwelement met een brandweerstand van een half uur.
- Voor niet overdekte podia vervalt de afstandsregel.
- Alle gebouwen blijven bereikbaar voor de interventievoertuigen van de hulpdiensten.
- Er blijft ten minste vrije doorgang van 4 meter, zowel in de hoogte als in de breedte.
- Bij elektrische installaties, zoals voor licht en geluid, moet een blustoestel met 5 kg co2 inhoud geplaatst worden en deze installatie moet gekeurd worden door een erkend organisme.
- Onder een podiumvloer mogen er geen brandbare materialen, apparatuur of warmtebronnen opgeslagen worden.
Valbescherming
- Er dienen voldoende valbeveiligingsmaatregelen genomen te worden indien bezoekers plaats kunnen nemen op een podium of verhoog.
Attesten
- De organisator moet over alle noodzakelijke attesten beschikken van de gebruikte materialen, podia, stellingen,...
- Deze moeten aanwezig zijn tijdens het evenement, evenals bij opbouw en afbraak.